Olga Lohle
Schilderen voorbij ruimte en tijd
Olga Lohle (1928-2016) leven en vorige levens
Olga Lohle werd op 9 juli 1928 in Hilversum geboren. Zij groeide op in Rijswijk, als enig meisje tussen vier broers. Het gezin had het behoorlijk te verduren door de crisisjaren en door de tweede wereldoorlog. Toch hielden zij stand, Olga leerde van niets iets te maken. Al van jongs af aan was zij creatief bezig. Ze knutselde, haakte, breide en tekende, maar nooit met een patroon, haar eigen visie en fantasie waren haar uitgangspunt.
Tijdens de oorlogsjaren leerde ze van een weefster in de buurt weven. Ze kreeg opdrachtjes van deze dame en leerde de kneepjes van het vak. Na jaren vrijwillige inzet kreeg ze op haar huwelijk het weefgetouw mee. Dit getouw heeft ze tot op hoge leeftijd bediend en de familie geniet nog steeds van de vele gekleurde lappen en gobelins. Ze leerde zichzelf ook spinnen en verfde de wol in alle kleuren van de regenboog.
Door de komst van zes kinderen bewogen haar artistieke activiteiten zich van het weven naar het maken van kleding voor al het grut. Zij kon daarbij nog gebruik maken van lapjes uit de nalatenschap van de failliete confectiefabriek van haar ouders. De kinderen liepen er prachtig bij in gesmokte jurkjes en geborduurde jasjes. Sommigen vonden het niet prettig om een soort wandelend kunstwerk te zijn. Dat vond Olga onzin. Je moest jezelf zijn en dat mocht artistiek zijn. De mainstream daar had ze niets mee. Deze groene geborduurde jas droeg zij jaren.
Toen de drie oudste kinderen het huis uit gingen, kreeg Olga wat meer tijd. Ze begon wandkleden te maken van oude lapjes, ze pakte het weven weer op en wilde ook nieuwe dingen ontdekken. Ze wilde schilderen en wel met olieverf, op groot formaat.
In 1979 begon Olga op zolder met olieverf te schilderen. Terwijl zij daar zo bezig was had ze het gevoel dit al veel vaker gedaan te hebben. Voor haar geestesoog verschenen kleuren en beelden die haar nieuwsgierigheid prikkelden. Ze stelde er in stilte vragen over en ze kreeg er totaal onverwacht innerlijke antwoorden op. Deze vragen en antwoorden schreef zij op.
Aanvankelijk kreeg zij antwoorden van Amed, haar geleide geest, maar in de loop van de tijd begreep zij dat Amed haar hoger zelf aan gene zijde is. Zo droomde, schilderde en schreef zij over vele personen.
Omdat veel familie en kennissen de kunst van Olga vreemd vonden, raadde men haar aan op echte schildersles te gaan. Zo ging ze schoorvoetend naar Ad Witteveen te Breda. Deze aardige kunstschilder had al snel door dat hij Olga weinig kon leren. Zij wist wat zij wilde en zij deed het enige dat ze kon; haar eigen weg en intuïtie volgen. Hij begeleidde haar een half jaar. Hij zette haar achter in het lokaaltje neer en liet haar na wat stilleventjes haar eigen gang gaan. Hij schermde haar af van te zeer oordelende medecursisten en drukte haar op het hart vooral haar eigen weg te gaan.
Olga schilderde op les wel een koperen en een tinnen kannetje en zag meteen de monnik die ermee gewerkt had. Ze zag vooral de kleuren van de hemelse sferen van waaruit hij handelde. Deze kleurenpracht, deze hemelse energie viel haar toe en zij wilde niets liever dan deze prachtige schat met iedereen delen. Dat deze blijde boodschap door velen niet gewaardeerd werd en zelfs afgewezen, dat begreep zij niet en dit maakte haar vaak neerslachtig. Toch bleef zij er zelf volledig op vertrouwen en troostten deze beelden haar in een wereld die nog niet open stond voor deze flow.
Het woord flow zou Olga zelf nooit gebruiken. Het is echt een woord van nu. Olga was zelf helemaal geen lezer van (spirituele) boeken, zij las enkel Engelse kasteelromannetjes uit de 50er jaren. “Onzinboekjes” zei ze altijd, om bij uit te rusten.
Als katholiek was Olga bekend met de bijbel. Jezus en Maria waren vaak in haar gedachten en ze bad regelmatig. Toch kon ze het in de kerk niet meer vinden, vanaf haar 50e kwam ze er eigenlijk niet meer. Introspectie en opgaan in het goddelijke zoals Jezus dat deed, dat inspireerde haar zeker.
In haar eerste boek schreef Olga dat zij een omschakeling maakte van een zogenaamd zelfstandig denkend mens, naar een menselijk wezen dat is aangesloten op een gezamenlijk goddelijk weten, aanwezig in het universum. Zij schrijft ook: “Denken en weten is een kleurengamma van lichtdoorlating en toelating dus uitermate geschikt om geschilderd te worden.”
Terwijl de omgeving geschokt reageerde op de kleurige schilderijen en op de filosofie erachter, gaven de doeken haar troost en moed om door te gaan. Zij zag de lucht vol kleurrijke energie en voelde de kracht die ze daarvan kreeg.
In december 1999 was er een tentoonstelling van het werk van Olga in Galerie Atelier Herengracht in Amsterdam. Voor die gelegenheid is door Etienne Boileau van Aspect Art een filmpje gemaakt. Het gesprek met Olga duurt 13 minuten.
Eveneens In 1999 is een video gemaakt door Joost van Poppel en Paul Dercon. Deze video is vertoond tijdens de tentoonstelling "Herinneringen aan vervlogen tijden".